Energiecoaches spelen een cruciale rol in het bestrijden van energiearmoede. Om dit probleem echter effectief aan te pakken is structurele coaching nodig. Dat betekent meer dan alleen het geven van energiebesparingstips. LEA pleit voor coaching met een diepgaande, sociaal-maatschappelijke insteek, die structureel en lokaal geworteld is, zodat energiecoaches niet alleen tips geven, maar ook helpen bij bredere problemen. Dit is essentieel om mensen blijvend grip te laten krijgen op hun energierekening én hun leven. Marianne Commies, energiecoach bij de Energiebank in Arnhem, vertelt hoe ze deze aanpak in de praktijk brengt en wat er allemaal op haar pad komt.
Hoe ben je energiecoach geworden en wat sprak je aan in deze rol?
“Na mijn pensioen, midden in de coronatijd, zocht ik naar iets zinvols om mijn dagen te vullen. Ik wilde namelijk niet stilzitten maar wel iets anders doen dan ik in mijn werkende leven had gedaan. Op mijn zoektocht kwam ik bij de Energiebank Arnhem uit. De rol van energiecoach sprak me aan omdat je op een slagvaardige manier mensen kunt helpen die in de problemen zitten. Dat kunnen financiële maar ook maatschappelijke problemen zijn dus de hulp gaat verder dan alleen praktische ondersteuning. Dat vind ik bijzonder aan deze vorm van coaching, dat er echt naar mensen wordt geluisterd en dat er gerichte hulp wordt geboden, in plaats van alleen maar te praten. Dit is ook echt belangrijk, want ik merk dat mensen vaak sceptisch zijn door eerdere ervaringen met geboden hulp, waardoor ze gedesillusioneerd kunnen raken”.
Wat voor problematiek kom je tegen als energiecoach?
“We komen van alles tegen: mensen die domweg te weinig besteedbaar inkomen hebben natuurlijk maar ook mensen met straatvrees, verzamelwoede, of mensen die in een ingewikkelde gezinssituatie verkeren. En mensen met meerdere van deze problemen. En vaak wonen die in huizen waarvan ik echt niet wist dat we die nog hadden in Nederland. De woningen die ik bezoek, verkeren soms in schokkend slechte staat, met enkel glas en slechte ventilatie of erger, wat leidt tot ernstige gezondheidsproblemen. Een CO2-meting in sommige huizen laat zorgwekkend lage zuurstofgehaltes zien, wat kan resulteren in longproblemen en andere gezondheidsklachten.
Kun je een specifiek voorbeeld geven van een situatie die je echt is bijgebleven en waar jullie veel impact hebben kunnen maken?
“Een voorbeeld dat me te binnen schiet is een alleenstaande moeder met twee puberende kinderen. Haar radiator in de woonkamer was al jaren kapot, waardoor ze ’s avonds allemaal op hun eigen kamer zaten. Moet je je voorstellen wat het doet voor de dynamiek in een gezin als je het te koud hebt in de ruimte waar je wilt samenkomen. Na drie jaar kreeg ze gelukkig eindelijk een nieuwe radiator. Ook sociaal isolement kom ik veel tegen. Zo was er een vrouw van 26 die nauwelijks haar huis uit durfde. Ze had duidelijk behoefte aan gezelschap thuis, dus was blij dat haar vader tijdelijk weer bij haar kwam wonen. Maar dat zorgde er ook voor dat ze de noodzaak om weer onder de mensen te komen niet meer voelde. We hebben haar in contact gebracht met de wijkcoach, zodat ze betrokken kon worden bij buurtactiviteiten om ook zonder haar vader weer contacten op te bouwen. Zulke situaties illustreren de noodzaak van onze hulp.
Heb je ook wel eens gevallen waarbij je het gevoel hebt niet genoeg of niet de juiste hulp te kunnen bieden?
Ik was ooit bij een vrouw met verzamelwoede. Die had zoveel spullen dat ik niet eens de keuken kon vinden. Ondanks pogingen om haar te helpen opruimen, hield ze vast aan haar bezittingen en liet ze de hulp eigenlijk niet toe. Dit soort situaties vereisen ook vaak gespecialiseerde hulp en samenwerking met psychologische instanties. Het kan frustrerend zijn als mensen ondanks onze inspanningen niet geholpen willen worden. Toch proberen we altijd stappen te zetten, hoe klein ook.”
Met welke partijen werken jullie samen?
“Met verschillende partijen zoals buurtklusbedrijven, wijkcoaches, thuiszorg en schuldhulpverlening. De echt moeilijke gevallen, de meest kwetsbare doelgroepen, komen vaak via deze instanties bij ons terecht. Soms krijgen we te maken met mensen met psychotische problemen. Dan wordt er goed gekeken of ik alleen kan gaan of dat er extra begeleiding nodig is. Als het even kan, ga ik alleen omdat mijn ervaring is dat je dan sneller een band opbouwt en ik daarmee het vertrouwen win om later, andere hulp voor te stellen. De samenwerking met de gemeente Arnhem is ook goed. Ze hebben bijvoorbeeld een witgoedregeling, waardoor mensen met oude, energieslurpende apparatuur nieuwe, energiezuinige apparaten kunnen krijgen. Dit helpt enorm om de energierekening te verlagen en zorgt voor een comfortabelere leefomgeving.”
Hoe was je loopbaan voor je pensioen en hoe heeft dat je voorbereid op je huidige rol?
“Ik heb veel ervaring in het werken met kwetsbare groepen. In de jaren ’80 werkte ik bij een project voor Turkse gezinshereniging en later als directeur van de Arnhemse kinderopvang. Na mijn pensionering wilde ik iets doen waarbij ik echt met mijn voeten in de klei stond en direct kon bijdragen aan het verbeteren van de levensomstandigheden van mensen. Energiecoaching bij de Energiebank bood die mogelijkheid. Het geeft voldoening om mensen te helpen en daadwerkelijk een verschil te maken in hun dagelijks leven.”
Wat maakt de aanpak van de Energiebank volgens jou effectief?
“Het belangrijkste is dat we mensen echt serieus nemen en niet alleen maar praten. We kunnen gericht helpen en daarbij een klein budget gebruiken voor nuttige aanschaffingen, zoals een elektrisch kussentje voor iemand met pijnlijke gewrichten of een waterbesparende douchekop. De combinatie met het klusteam biedt veel mogelijkheden om mensen structureel te helpen. Dit soort praktische hulp laat zien dat we om mensen geven en het helpt om een band op te bouwen die nodig is om op te schalen naar uitgebreidere, structurele hulp waarvoor we bijvoorbeeld instanties uit het sociale vangnet inschakelen. We zien ook dat buren van geholpen mensen vaak enthousiast worden en zich aanmelden voor hulp. Dus dankzij het door ons verworven vertrouwen bereiken we ook andere mensen die hulp nodig hebben.
Hoe zie je de toekomst van de energiearmoede-aanpak en wat is nodig voor verdere verbetering?
Ik denk dat de sociaal-maatschappelijke aanpak die LEA wil promoten, waarbij structurele hulp wordt geboden, essentieel is. Het maakt mensen sterker en weerbaarder, zodat ze niet opnieuw in problemen komen. Er is nog veel werk te doen, maar ik geloof dat we door samenwerking en inzet veel kunnen bereiken. Het is wel belangrijk dat we als maatschappij blijven investeren in deze aanpak en dat er voldoende middelen en ondersteuning beschikbaar blijven om mensen echt te helpen.”